Historie Gracht
Ooit was de Grolse gracht een onmisbaar onderdeel van de verdedigingswerken van Groenlo. Anno 2008 is een groot gedeelte van de gracht rijksmonument en het is een niet meer weg te denken onderdeel van de Grolse leefomgeving. De gracht is het thuiswater van de Groenlose Hengelsportvereniging die is opgericht in 1938 en vanaf die tijd onafgebroken het visrecht heeft.
Uniek!
De gracht is een uniek viswater en de GHV. prijst zich dan ook gelukkig om er te mogen vissen. Het is telkens weer een fantastische ervaring om langs de gracht te zitten en een hengeltje uit te gooien. Er zijn maar weinig plaatsen in Nederland die zich nog omringd weten door een gracht.
Grol, een belangrijke vestingstad!
Groenlo of Grol zoals het vroeger heette was in de 16e en 17e eeuw een belangrijke vestingstad. Er is vaak gevochten (belegeringen) om Grol in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Dan was Grol weer Spaans en dan waren de Staatsen (Nederlanders) er weer de baas. Lange tijd is Grol het laatste Spaanse bolwerk geweest in Noord- en Oost Nederland.
Hoe is de Grolse gracht ontstaan?
Het ontstaan van de Grolse gracht en de uitbreiding ervan houdt gelijke tred met de vestingbouw van Grol. De grachten waren dan ook een belangrijk onderdeel van deze vestingwerken. De oppervlakte van de huidige gracht bedraagt 4,86 ha. Ooit was dat veel meer, de gracht was op veel plaatsen breder en omvangrijker en er heeft zelfs een tweede grachtenring omheen gelegen. Van 1628 tot 1672 waren de vestingwerken en daarmee ook de grachten het grootst en uitgebreidst.
De eerste gracht.
Al in de vroege middeleeuwen (500-930) werden plaatsen onder meer beschermd door een hoge aarden wal en een natte gracht. Zo ook Grol, de bevolking van de stad moest zich beschermen voor gevaar van buitenaf. Er waren veel stropende lieden die de omgeving onveilig maakten. Men kon zich toen nog niet beschermen met geweren en kanonnen want die waren er doodgewoon nog niet. Rond 1450 werd pas het buskruit uitgevonden. Men moest zich met simpele middelen verdedigen. Kruisboog en blijden (soort werparm om allerlei materiaal en voorwerpen al dan niet brandend mee te werpen) waren belangrijke wapens in die tijd. Door ‚s avonds de brug op te halen en de poorten te sluiten kon men zich enigszins ‚s nachts veilig wanen voor het geboefte.